Het ministerie van Financiën is een internetconsultatie gestart voor het reeds in september 2018 aangekondigde wetsvoorstel “Wet excessief lenen bij eigen vennootschap”. Het ministerie heeft een ontwerp wettekst en memorie van toelichting hierop gepubliceerd. Uit deze stukken blijken de volgende contouren van de voorgestelde maatregel:

  • Fictief regulier voordeel: Indien de totale som van de relevante schulden meer dan €500.000 bedraagt, dan wordt dat meerdere op grond van de voorgestelde maatregel als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking genomen.
  • Partner: in afwijking van de systematiek van de Wet IB 2001, wordt voorgesteld de aanmerkelijkbelanghouder niet individueel maar met zijn partner gezamenlijk in de heffing te betrekken voor hun schulden boven de €500.000 aan de vennootschap waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden.
  • Verbonden personen: naast op de schulden van de aanmerkelijkbelanghouder of zijn partner aan de eigen vennootschap, is de voorgestelde maatregel ook van toepassing op schulden die met de aanmerkelijkbelanghouder verbonden personen hebben aan de vennootschap van de aanmerkelijkbelanghouder.
  • Schulden: alle typen leningen vallen onder de regeling ter bepaling van het totaalbedrag aan schulden. Een schuld wordt voor de toepassing van deze regeling niet als schuld in aanmerking genomen als deze kwalificeert als eigenwoningschuld voor de eigenwoning-regeling van box 1, voor zover ter zake van die schulden een recht van hypotheek is verstrekt als bedoeld in Boek 3, titel 9, van het Burgerlijk Wetboek. Alleen voor op 31 december 2021 bestaande eigenwoningschulden geldt de laatstgenoemde voorwaarde niet.
  • Maximumbedrag: Om het bovenmatige deel van een schuld te bepalen, geldt de kwantitatieve grens van €500.000.
  • Inwerkingtreding: Voorgesteld wordt de wet in werking te laten treden per 1 januari 2022. Als peildatum geldt 31 december, waardoor het fictief reguliere voordeel in het jaar van inwerkingtreding per 31 december 2022 als inkomen uit aanmerkelijk belang in de heffing wordt betrokken en – uitgaande van het ingevolge het Belastingplan 2019 vanaf 1 januari 2021 geldende box 2-tarief – wordt belast tegen een tarief van 26,9%. Deze datum van inwerkingtreding biedt aanmerkelijkbelanghouders tot 31 december 2022 de mogelijkheid om hun schuldenpositie terug te brengen tot ten hoogste €500.000. Bovendien kan de aanmerkelijkbelanghouder in de periode tot de inwerkingtreding rekening houden met de tariefsaanpassingen in box 2 vanaf 2020.
  • Internationale aspecten: Bij emigratie van een aanmerkelijkbelanghouder wordt een conserverende aanslag opgelegd waarvoor in beginsel uitstel van betaling wordt verleend. Als de geëmigreerde aandeelhouder vervolgens een regulier of vervreemdingsvoordeel geniet wordt het uitstel van betaling in zoverre ingetrokken. Op grond van dit wetsvoorstel wordt het uitstel van betaling ook ingetrokken voor zover de bovenmatige schulden toenemen na emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder.

Via Internetconsultatie kunnen burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties kennisnemen van het wetsvoorstel en hun ideeën hierover kenbaar maken. De internetconsultatie duurt van 4 maart tot en met 1 april 2019. Hierna wordt de wetgeving verder uitgewerkt en ter advies voorgelegd aan de Raad van State.

https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2019/03/04/internetconsultatie-wetsvoorstel-ontmoedigen-lenen-eigen-vennootschap-van-start

Wettekst excessief lenen bij eigen vennootschap

Memorie van toelichting excessief lenen bij eigen vennootschap