Op 1 juli 2016 is de Wet civielrechtelijk bestuursverbod in werking getreden. Deze wet voegt aan de Faillissementswet de mogelijkheid toe om voor een periode van maximaal vijf jaar een civielrechtelijk bestuursverbod op te leggen aan een bestuurders die faillissementsfraude pleegt of zich schuldig heeft gemaakt aan wangedrag in aanloop naar het faillissement.

Een bestuurder met een bestuursverbod mag ook geen bestuursfunctie, commissariaat uitoefenen of feitelijk beleidsbepaler zijn. Een bestuursverbod wordt opgelegd door de civiele rechter op verzoek van het Openbaar Ministerie of op verzoek van de curator. Het bestuursverbod heeft geen gevolgen om aandeelhouder van een vennootschap te zijn en ook niet voor betrokkenheid als vennoot bij personenvennootschappen.

Het opleggen van een bestuursverbod is alleen mogelijk als tijdens of in de drie jaren voorafgaande aan het faillissement van een rechtspersoon (artikel 106a, lid 1 van de Faillissementswet):

  1. De bestuurder in een uitspraak van de rechter onherroepelijk aansprakelijk is in de zin van artikel 2: 138/ 248 BW, ofwel voor kennelijk onbehoorlijk bestuur in faillissement;
  2. De bestuurder rechtshandelingen heeft verricht die kwalificeren als faillissementspauliana (artikel 41 en 47 Fw), waarbij de desbetreffende handelingen bij een onherroepelijk geworden uitspraak door de rechter zijn vernietigd;
  3. De bestuurder, ondanks een verzoek van de curator, in ernstige mate is tekortgeschoten in de nakoming van zijn wettelijke informatie- en medewerkingsverplichtingen jegens de curator;
  4. De bestuurder, als zodanig of als natuurlijk persoon handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf, ten minste tweemaal eerder betrokken is geweest bij een faillissement van een rechtspersoon, waarbij hem daarvan een persoonlijk verwijt treft; of
  5. Aan de rechtspersoon of de bestuurder ervan een boete is opgelegd wegens een vergrijp als bedoel in artikel 67d, 67e of 67f AWR en de boetebeschikking is onherroepelijk geworden.

Het bestuursverbod geldt niet voor vennootschappen naar buitenlands recht, waardoor de getroffen bestuurder wel zijn werkzaamheden kan voortzetten voor een Limited (die niet feitelijk in Nederland is gevestigd).